fbpx

Duivenissen

Inlogformulier

Google+

Julien Matthys, Vichte

Een lijn vinden en... vasthouden...

 

Julien Matthys is zó oud geworden (bijna 97) dat we hem haast als een tijdgenoot beschouwen. Maar geboren in 1886 was hij veeleer een generatiegenoot van mannen als Oscar Devriendt (°1889), Charles Vander Espt (°1885), Oscar (°1882) en Gerard (°1883) Cattrysse.
Julien Matthys moet van een taai ras geweest zijn: zijn vader werd 98 en twee zussen werden eeuweling.
In de historische bronnen is er aarzeling tussen de schrijfwijze Mathys dan wel Matthys. Iedereen schreef het zoals het hem uitkwam, maar Matthys met dubbele 't' lijkt wel de correcte versie.

Barcelona boven alles

Wij kennen Julien Matthys als de Barcelonaspecialist bij uitstek. In 1981 - hij was toen 95 - speelde hij nog de 7e nationaal. In 1982 wint hij nog 12 nat. Barcelona... Dat was voor Matthys zowat "jaarlijkse" kost.
Je zou kunnen denken dat dit altijd zo geweest is, maar wat Barcelona betreft, was hij eigenlijk een heel late roeping. Hij speelde pas de eerste keer Barcelona in 1959. Hij was toen 73... Er zijn er die dan al aan stoppen denken. Hij had wel meteen en definitief de smaak te pakken want met twee duiven mee werd het nationaal 8 en 22 tegen toch 4181 mededingende duiven.
Maar keren we even terug in de geschiedenis...

Textielbaronnen

Vichte, sinds 1977 gefuseerd met Anzegem, was tot laat in de 19de eeuw een landbouwgemeente. Daar zou verandering in komen door de opkomst van de textielindustrie in de streek: eerst linnen of lijnwaad (vlas), maar daarna ook katoen en tapijten. In 1892 richt een zekere Ivo Bekaert in Vichte een textielbedrijf op dat zal uitgroeien tot het latere Bekaert Textiel (niet te verwaren met draadfabriek van Bekaert opgericht in Zwevegem). Rond de eeuwwisseling en vooral na WOI rijzen de weverijen in en rond Vichte als paddenstoelen uit de grond, van huisweverijen tot heuse textielbedrijven. Ook de vooraanstaande familie Matthys heeft haar eigen textielbedrijf, de pvba Matthys op wandelafstand van hun villa aan de Beukenhofstraat.
Te oordelen naar de villa op de oude prentkaart, mogen we de familie Matthys tot de gegoede burgers rekenen. Ze hoorden bij de notabelen van het dorp die ook in de dorpspolitiek meer dan een lepel in de pap te brokken hadden en twee burgemeesters leverden. Op de Ansichtkaart zie je ook de toenmalige impostante duivenhokken, later vervangen door modernere en betere hokken.


Zo stond de oude prentkaart uit 1924 vermeld in een cataloog:
Beukenhofstraat nr 49, villa van Julien Matthys (zaakvoerder van de nabijgelegen weverij "P.V.B.A. Julien Matthys en zonen")

Flandriens

Julien Matthys was voor de eerste oorlog samen met zijn vader Charles bij de betere spelers geweest met o.a. duiven van de gebroeders Delombaerde uit Waregem en van Dewinne uit Grontrode (Melle). Maar in 1918 bleef daar niets noemenswaardig van over en Julien Matthys moest na de eerste oorlog van nul beginnen.
Matthys kende uiteraard alle kampioenen van zijn tijd en hij had ook de nodige centen om overal van het beste te kopen. Maar blijkbaar is dat niet genoeg om ook zelf meteen bij de kampioenen te horen. Dat is vandaag nog zo...
Hoe goed of hoe slecht Julien Matthys daarna geweest is, is niet bekend, maar het feit dat er voor WOII weinig over zijn prestaties in de overlevering bewaard werd, zegt wellicht genoeg. We weten wel in grote lijnen waar de welstellende Matthys ze overal ging halen in die tijd: hij kwam nog bij Theo Vandevelde zelf in Oudenburg om mee te profiteren van die zijn laatste successen. Zo kocht hij daar in 1925 nog een dochter van de Goliath 3206944-25. Goliath was een zoon uit de oorlogsduiver Oude Vuile met het Lichtje, een dochter van de Velo. In de jaren '30 haalde hij bij Vander Espt o.a. een koppel duivinnetjes uit zijn Napoleon, die een zoon was van de Napoleon van dezelfde Theo Vandevelde. Dat was een volledig andere lijn in Oudenburg, met vooral Wegge- en De Herdt origine en een deel de oude molenaarssoort van Vandevelde zelf. De kinderen van de Napoleon Vander Espt gingen in Vichte door het leven als het Witoogske of Oud Vander Espt en het Angoulêmke. Matthys nam nog meer vooral Vandeveldes mee van bij de warme bakker uit de Stuiverstraat.
Ook bij Oscar Devriendt ging hij ze halen en ook daar van de beste, namelijk een zoon uit Puitje die hij zijn Oude Kobbe (= Oude Spin) noemde.
Verder haalde Julien Matthys ze nog bij Vincent Mariën waar hij zijn Oude Velo kocht. De Horemansen haalde hij bij Hector Desmet maar ook bij Jozef Horemans, broer van Corneel. Eigenlijk was zijn hele kolonie een beetje een afspiegeling van die van Hector Desmet, die ze in die periode ook overal uit de beste haalde bij ongeveer dezelfde kampioenen. Maar daar stopte het niet en Matthys ging ook nog duiven halen bij Desmet-Matthys, Gebroeders De Baere, Gebroeders Willequet aan de Kwaremont, Remi Molein in Ieper, Gustave Bernard in Charleroi, Joseph Huysentruyt in Deerlijk, Dr Bricoux in Jolimont...
Kortom; er was geen enkele destijds beroemde kolonie die niet het bezoek kreeg van Julien Matthys. Hij had meer dan een dozijn grote rassen bijeen gekocht.

Grote schoonmaak

Het is duidelijk dat Julien Matthys in zijn ijver om aan de goede soort te geraken een verzameling van rasvogels aanlegde waarbij hij zelf door de bomen het bos niet meer zag. En de gewenste resultaten bleven eigenlijk uit... In 1932 vat hij de koe bij de horens en ruimt een paar honderd duiven op. Op het vlieghok blijven er maar 17 meer over, waarvan er nog enkel achterblijven bij het invliegen. Van de kwekers houdt hij ook enkel een kern over en daartussen zitten o.a.: de dochter Goliath van Vandevelde, de dochters Napoleon Vander Espt, de zoon van het Puitje Devriendt. Hij haalt andermaal nieuw en hopelijk beter materiaal bij: een dochter van de Bon Bleu van Degandt, een topduivin bij Delbar nl. de 1000-duivin, een Molenaar bij dr Bricoux en een pure Bricouxdoffer bij Cyrille Demil.
Zijn bezoek aan Degandt kwam niet uit de lucht gevallen... op een grote Orléans had Matthys immers 2 en 3 gewonnen tegen 2632 duiven - zó een meeloper was hij dus toch niet -, enkel geklopt door de Bon Bleu van Degandt. Zijn eerste duif, de Kobbe met de 2de prijs, was er overigens één uit de zoon Puitje van Oscar Devriendt x de dochter Goliath Vandevelde. Het lijkt er wel op dat Julien Matthys het licht had gezien, want die koppeling Puitjeslijn x Goliath Vandevelde zal mee aan de basis liggen van alle naoorlogse successen. Maar daar komt nog een belangrijke duif bij: de Poilu.

De Poilu

Julien Matthys had die fameuze stamduif de Poilu, 3002110-40 van Cyrille Demil van Haine-St-Pierre, m.a.w. een dorpsgenoot van dr Bricoux die geen andere duiven had dan die van de dokter. Van deze Poilu, die van 40 was en blijkbaar toch wel een West-Vlaamse ring droeg, is de afstamming of het verhaal niet bekend. Misschien was het al een zelf doorgekweekte. We mogen wel met enige zekerheid aannemen dat hij een afstammeling is van de Poilu van dr Bricoux zelf. De Rode Poilu van de dokter was net als zijn broer, de vale Chanette van 29 (1 nat. St-Vincent) een zoon van de Jules César, de beroemdste duif in Jolimont met o.a. 1 nat. Bordeaux.
Poilu, wat letterlijk betekent "de harige" was eigenlijk de bijnaam van de Franse frontsoldaten in de eerste oorlog. De betekenis ervan zou teruggaan naar wat wij zouden zeggen: mannen "met haar op de tanden, van geen kleintje vervaard". Vrij vertaald zou Poilu dus ongeveer iets betekenen als de "onvervaarde". Jan zonder Vrees als het ware of "de Ruige".
Zeker is dat het geen courante naam is voor een duif en dus mogen we geredelijk aannemen dat Demil de naam overnam van Bricoux voor wellicht een zoon of kleinzoon van de Poilu.

WOII

Een zus van de Kobbe (dochter Goliath Vandevelde x zoon Puitje Devriendt) namelijk het Puitje met ring 3202490-37 zal een belangrijke rol spelen in de opbouw na de oorlog.
Nog in 1937 kweekt Matthys zijn Oude Schonen Vandevelde, 3202487-37, we vermoeden uit duiven van Vander Espt en Devriendt.
En net toen er eindelijk wat lijn begon te komen in de kweek en het spel in Vichte, kwam de Duitse bezetter roet in het eten strooien...
Tijdens de oorlog was Julien Matthys één van de zeldzamen die vrij ongemoeid zijn duiven kon doorhouden en er zelfs naar hartenlust kon van kweken. In zoverre zelfs dat hij al in 1944 met Kerstmis een publieke verkoop kon houden in Kortrijk van 209 duiven. Wat een schril contrast met de vele melkers die in 1945 helemaal van vooraf aan moesten beginnen. Die verkoop was voor Julien Matthys uiteraard een economische opportuniteit, maar gaf hem ook de gelegenheid om net als in 1932 de kolonie nog eens uit te dunnen tot op het bot.
Een van de duiven die de grote selectie en verkoop overleeft is zijn Standaard 232812-43, een duiver gekweekt tijdens de oorlog uit de Poilu met de 1000-duivin van Delbar. We vermoeden dat het een duif was die hoog scoorde in de standaardkeuring. Met duiven van Bricoux was dat niet eens zo ongewoon. Die had mee de Frans-Belgische Standaard ontworpen.
Op zoek naar de ideale koppeling, was Matthys nogal een voorstander van veel koppelen en veel herkoppelen. Zo komt het dat we nogal wat halfbroers en halfzussen vinden in zijn basisduiven van rond WOII.
In 1940 zet hij het Witoogske van Charles Vander Espt tegen zijn Oude Schonen Vandevelde. Hij houdt der een duiver van door de Jonge Schonen, 3002287-40
In 1945 zet hij de Poilu Demil tegen het Witoogske Vander Espt en kweekt er zijn Blauwe Demil uit 1088807-45 die een belangrijke kweker zal worden.

Stamduiven

Op oudere verkooplijsten van Julien Matthys worden stamduiven beschreven die teruggaan tot vlak na de oorlog, met name de beste duiven die Julien Matthys in die periode kweekte: de Cahors, de Vooruit, de Châteauroux...
Jammer genoeg is de afstamming van die stamduiven dermate cryptisch opgesteld en met zoveel dubbelzinnigheden dat we deze puzzel maar moeizaam in elkaar kregen. Zo zou de grootvader (of is het de vader?) van de Cahors 3319577-46 een duif zijn van 1949... Een beetje moeilijk. Ook is er de spraakverwarring tussen duiven die dezelfde naam krijgen als hun vader of grootvader. Maar we doen toch een poging om er een lijn in te krijgen.
Het lijkt er in elk geval op dat Julien Matthys de duiven van de kust (Vandevelde, lijn Napoleon Vander Espt en lijn Puitje van Devriendt) toch in zekere mate ingeteeld heeft. Het lijkt er zelfs erg op dat dit hem eindelijk naar de top gebracht heeft, vooral dan in combinatie met de Poilu en zijn verwanten.

De Cahors

Een eerste voltreffer in Vichte was de Cahors, 3319577-46.
Zijn vader was een zoon van de Poilu x Witoogske, dochter Napoleon Vander Espt.
Heel waarschijnlijk gaat het dan om dezelfde duif die grootvader is van de Vooruit, namelijk de Blauwe Demil 1088807-45 (ook uit de Poilu 3002110-40 x Witoogske Vander Espt).
Moeder Van de Cahors is een dochter uit de Jonge Schone 3002287-40 (Oude Schone Vandevelde 3202487-37 x - weeral - Witoogske Vander Espt) x het Puitje van Matthys 3202490-37 (Zoon Puitje Devriendt of Oude Kobbe x 3206944-25 dochter Goliath Vandevelde).
Samengevat: zowat 60% Vandevelde ingeteeld naar vooral de Napoleon Vander Espt en 25% Bricoux via Demil. Dat Matthys de broer van zijn Cahors Jules César noemt is dan mogelijks een eerbetoon aan de gemeenschappelijke voorvader, de Jules César van de dokter zelf.
De Cahors 3319577-46 won
1e Angoulême
4e nat. Cahors 2360 d.
8e nat. Saint-Vincent 1096 d.
15e nat. Montauban 1700 d.
17e nat. Cahors 2970 d.
74e nat. Cahors 2293 d.
106e nat. Dax 3092 d.
117e nat. San Sebastian 1500 d.
Het leek wel of er na de oorlog een heel andere Julien Matthys was opgestaan. In elk geval was de trein in Vichte voor goed vertrokken. Julien Matthys was toen al de 60 voorbij.

De Vooruit

Was de Cahors al helemaal geen verkeerde, zijn neef de Vooruit 3473784-48, een laatje van 1948, was nog van een heel ander kaliber:
1e interprov Angoulême
1e nat. Brive 1922 d. (1951)
1e nat. Brive 2372 d. (1953) 40' los
5e nat. St-Vincent 740 d.
38e nat. Brive 1423 d.
63e nat. Tulle 4122 d.
67e nat. Libourne 2081 d.
69e nat. Libourne 2261 d. (1953) pas na 35 min. geklokt
62e nat. St-Vincent 1163 d.
78e nat. Périgueux 2805 d.
68e nat. Avignon 1875 d.
Daarmee kun je al onder de mensen komen.
Een grappige anekdote is dat deze Vooruit door de goeroe van de vleugeltheorie, Charles Vanderschelden, naar de soep werd verwezen, samen met de Jonge Stier van Vanbruaene. De beruchte vleugeltheorie kreeg hier een ferme deuk. De - toen - beste duif van de wereld afkeuren omdat de vleugel te rond was... je moet het maar doen..
Van moederskant was de Vooruit nauw verwant aan de Cahors. Zijn moeder was een halfzus van de Cahors en zelfs meer dan een halfzus, vermits ze ook kwam uit de Blauwe Demil maar nu met de grootmoeder van de Cahors, het Puitje van 37.
Vader van de Vooruit was de Slappen 3319545-46, uit de Oude Slappen x een donkere Delbarduivin.
De Oude Slappen was dan weer een zoon van het Witoogske Vander Espt maar nu met de Oude Velo van Vincent Mariën.
Het wordt stilaan duidelijk dat de succeslijn in Vichte vooral te danken was aan de combinatie Napoleonlijn Vander Espt (Vandevelde) en Poilu Demil (Bricoux).

De Châteauroux

Uit de 3311954-46, een zus van de moeder van de Vooruit, kweekt Matthys zijn Châteauroux 3292790-49, ook wel simpelweg 't Geschelpt genaamd.
Deze mag er ook zijn maar is toch van een klas minder dan zijn kozijn de Vooruit:
6e nat. Châteauroux
15e nat. Cahors
62e nat. St-Vincent
38e nat. San Sebastian
102e nat. Carcassonne
157e nat. Carcassonne
Vader van de Châteauroux was grotendeels hetzelfde recept: Poilu Demil x Vander Espt en Bricoux.
Maar de grote roep naar Barcelona zat er stilaan aan te komen...

Oude Barcelona

Het mag duidelijk zijn dat Julien Matthys tot dan toe geen Barcelonaspeler was. Zijn geliefkoosd terrein waren de typische West-Vlaamse klassiekers Orléans en Angoulême. Maar hij durfde ook duiven doorsteken naar Libourne, Montauban, Saint-Vincent, Carcassonne enz.
In 1952 kweekte hij uit de lijn van zijn Cahors een duif die later de Oude Barcelona zou worden, ring 3463690-52.
Zijn vader was de al genoemde Standaard, uit de Poilu x de 1000-duivin Delbar.
Moeder, 3051001-50, kwam uit twee zelf gekweekte duiven: de 3308152-47 (Jonge Klaren Degandt x Witoogske Vander Espt) tegen 3292731-49 (de Cahors x zijn grootmoeder, het Puitje, zuster Kobbe of Devriendt met Vandevelde).
Duidelijk een product waarin Matthys al zijn bewezen kwekers tegen elkaar bracht. Zijn palmares was dan ook indrukwekkend:
6e nat. Cahors 1709
34e nat. Cahors 1515
32e nat. Perpignan
50e nat. Angoulême
55e nat. Angoulême
100e nat. Cahors 1603
In 1959 geeft Matthys deze zevenjarige duif mee naar Barcelona en wint er 8 nat. mee tegen meer dan 4000 duiven. Zijn hokgenoot Kubler, een zoon van de Vooruit x een dochter Cahors won de 22e prijs. Marcel Desmet uit Waregem won toen de eerste.
In 1960 wonnen ze onder hun twee opnieuw 94 en 173 nat. In 1961 winnen ze 135 en 489 internat.
De Oude Barcelona wint dus na een succesrijke carrière als fondvlieger nog:
8 nat. Barcelona 4181 (1959)
173 nat. Barcelona 1980 (1960)
135 internat. Barcelona 3578 (1961)
Hij is dan 9 jaar oud. Onverslijtbare soort zoals het baasje zelf.

De Jonge Barcelona

In 1962 geven de twee oude rakkers de fakkel door aan de nieuwe generatie: vooral zonen of kleinzonen van de Vooruit.
De beste hiervan is de Jonge Barcelona, uit de Vooruit x een Stichelbautduivin van Remi Dubois uit Lauwe.
De Jonge Barcelona, 3020375-58 wint uit Barcelona:
312 nat. Barcelona 3300 d. (1962)
6 nat. Barcelona 3599 d. (1963)
21 internat. Barcelona 3845 d. (1964)
Achtergebleven in 1965
Fond en zeker Barcelona kost veren, want ook de tweede duif die in 1964 de 83e vloog, bleef toen achter.

Lykke

In 1966 wint Julien Matthys 2 nat. en internat. met de Lykke 3427718-61.
Zijn vader was de Zieke, 3020338-58, een kleinzoon van zowel de Vooruit als van de Cahors.
Moeder was 3020263-59 een dochter van de Willequetduivin 4597267-56, dochter van hun 1 nat. Angoulême des As x hun Kleine Barcelona.
Matthys krijgt een zeer aantrekkelijk aanbod uit Japan en, de verliezen van o.a. de Jonge Barcelona indachtig, kiest hij eieren voor zijn geld. De Lykke verhuist naar Japan.
Daarna gaat Julien Matthys steeds minder belang hechten aan de gewone fond. Barcelona wordt vrijwel het enige doel, hoe moeilijk de discipline ook is en hoeveel duiven je er ook op kraakt of verspeelt.
Het legt hem wel geen windeieren... In 1969 doet hij een stunt die hem niet veel Barcelonaspelers voordeden of ooit zullen nadoen...

1969

In 1969 zijn internationaal 8217 duiven in concours. Matthys kan nationaal niet dubbelen in Ieper, dus moet het maar internationaal gebeuren...
In de interprovinciale dubbeling "Beide Vlaanderen" in Ieper speelt hij 1, 2, 7, 13, 43.
Internationaal oogst hij algemene bewondering met 6, 10, 28, 58, 280, 1212.
Commerçant in hart en nieren, ziet Matthys de kans schoon om een totale verkoop te houden in 1970 inclusief alle Barcelonawinnaars van 1969. We zetten ze op een rijtje:

  • Mulder Barcelona 3299321-65
    230 internat. Barcelona 5348 d. (1968)
    6 internat. Barcelona 8217 d. (1969)
    Uit Zoon Crack (Crack Ijzeren x dochter Cahors) met 3108051-64 (uit Zoon 20 nat. Barcelona Maurice Vandevelde x dochter Cahors)
  • Stier Barcelona 3299318-65
    10 internat. Barcelona 8217 d. (1969)
    Uit Sproetje 3 nat. Barcelona '65 met Dochter Kubler (Kubler 22 nat. Barcelona = zoon Vooruit x dochter Cahors)
  • Crayonné Barcelona 3287066-65
    106 internat. Barcelona 5348 d. (1968)
    28 internat. Barcelona 8217 d. (1969)
    Uit Oude Sproete Delbar (via Huysentruyt) x Zuster Crack (Crack 3282818-62 won o.a. steeds nationaal 7 Châteauroux, 19 Angoulême, 23 Périgueux, 42 Cahors. Kwam uit Verloren Zoon x Ballonduivin).
  • Lange Barcelona, 3108131-64,
    5 internat. Barcelona 4343 d.(1966)
    12 internat. Barcelona 4876 d. (1967)
    284 internat. Barcelona 5348 d. (1968)
    58 internat. Barcelona 8217 d. (1969)
    Uit 3433852-59, zoon Ware Ijzeren DVH x dochter 4 nat. Saint-Vincent Maurice Vandevelde (pure Vander Espt uit de Karellijn)
  • Grote Blauwe Barcelona 3108115-64
    603 internat. Barcelona 5348 d. (1968)
    280 internat. Barcelona 8217 d. (1969)
    Zoon van 3020375-58 Jonge Barcelona (6 en 21 nat. Barcelona, zelf zoon van de Vooruit)

Oude lijnen

Uit de opsomming hierboven blijkt duidelijk dat de oude naoorlogse lijnen van de Vooruit en de Cahors het nog uitstekend doen.
Maar het is ook duidelijk dat Julien Matthys niet heeft stilgezeten en op zoek is gegaan naar waardig kruisingsmateriaal. Zo kocht hij enkele ingeteelde duiven uit de Oude Karel-Lijn van Vander Espt bij het satelliethok Maurice Vandevelde van Oostende. Daar vlogen die "Charels" immers 1 en 4 nat. Saint-Vincent, 20 nat. Barcelona. Uiteraard moest Matthys enkel die hebben.
Julien Matthys kocht zich verder ook bij Michel Descamps-Van Hasten een zoon uit de Ware Ijzeren 3064724-57, een pure Stichelbaut die o.a. 1e nat Libourne won en daarna op 9-jarige leeftijd verkocht werd aan Vereecke. Ook dat was een schot in de roos want daar komt zijn meest beroemde Barcelonavlieger uit, de Lange Barcelona. Deze Lange Barcelona ging in de totale verkoping van 1970 van de hand voor een slordige 150 000 oude Belgische franken.
Daarna - ook na de "totale" verkoop van 1970 - blijft Julien Matthys tot het einde trouw verder borduren op zijn oude lijnen. Hij wisselt enkele duiven met Huysentruyt (deels van zijn eigen soort), haalt wat bij in Lauwe bij Derumeaux maar eigenlijk blijven zijn beste duiven de afstammelingen van zijn Crack, Vooruit, Lange Barcelona, Cahors, Mulder Barcelona, Prins enz.
In 1978 wint de Jamin II 5 nat. van 6147 duiven (7 internat.). Jamin II kwam uit de 3356559-73 kweker en zelf zoon van de Stekvogel (13 nat. Brive 2845 d., een kleinzoon van de 1 nat. St-Vincent Maurice Vandevelde). Moeder van Jamin II was 3214867-70, een dochter van de Mulder Barcelona (3299321-65 met 6 internat. Barcelona in het wonderjaar 1969).
In 1980 zet Matthys nog een mooie serie op het bord met nationaal: 60, 71, 73, 146, 151, 163, 164 enz. Internationaal is dat goed voor 7 duiven aan prijs 268 tegen 13 636 duiven. Niet verkeerd.
De laatste jaren speelt hij onder de naam Julien Matthys-Tack om eer te geven aan wie eer toekomt, zijn jarenlange trouwe verzorger "Stafke" Tack. Samen winnen ze nog 7 en 12 nat. Barcelona.

Conclusie

Wat leren we nu uit dit verhaal van bijna een eeuw met duiven?

  • Het is niet toevallig dat we Julien Matthys opnemen in het rijtje na Charles Vander Espt, Theo Vandevelde, Oscar Devriendt. Het zijn immers vooral hun duiven die hem, na vele jaren zoeken, helemaal aan de top brachten. Later gaat Julien Matthys nog de soort van Vander Espt terughalen bij Maurice Vandevelde en wel vooral uit de onvermijdelijke Karel-lijn.
  • Het verhaal van de jongere Julien Matthys vertelt op treffende wijze dat het niet genoeg is om veel dure duiven te kopen om aan de top te komen... In tegendeel: er komt pas lijn in de kolonie na een paar drastische afslankingskuren.
  • Matthys evolueert over zijn zeer lange loopbaan van een wilde kruiser tot een voorzichtige familiekweker. We moeten het hem wel nageven dat hij er in geslaagd is om de goede bloedlijnen vast te houden, eenmaal hij de goudader ontdekte vlak na WOII. Zelfs een totale verkoop brengt hem niet van zijn stuk. De geschiedenis vertelt niet hoe hij die totale verkoop overleefde, maar in elk geval heeft hij alle goede lijnen na 1973 nog in huis... Er is niets nieuws onder de zon.
  • Op het schema is duidelijk te zien dat Julien Matthys zijn stam goed bijeen houdt door terugkoppelingen en door het zuinig inbrengen van enkele topduiven. Het lijkt er sterk op dat hij les heeft gekregen van Oscar Devriendt, bij wie hij ook enkele van zijn basisduiven haalde.
  • Het verhaal (en het schema) leren ons dat één duif een kolonie voor tientallen jaren op een hoger plan kan brengen. In het geval van Matthys was dat het vaak vermelde Witoogske, dochter van de Napoleon van Charles Vander Espt. Werkelijk het hele hok komt ervan voort. Dit Witoogske - later werd ze het Oud Vander Espt - was een zus of halfzus van zijn fameuze 10 en wellicht nauw verwant aan de Oude Karel van Devriendt.
  • De eerste Barcelonavliegers van Matthys waren oude rakkers met een massa ervaring. Naar het einde van zijn carrière had Julien Matthys (begrijpelijkerwijze - als je 85 bent, maak je geen tienjarenplan meer...) minder geduld met zijn duiven: hij durfde ze ook al als tweejarige aan de tand voelen tot Barcelona... Maar zijn beste resultaten van Barcelona behaalde hij toch met de ervaren ratten die tien of meer fondvluchten in de vleugels hadden.
  • En ten slotte een lichtpuntje voor melkers die de derde leeftijd bereikt hebben: Matthys kweekte zijn eerste wereldduif als hij 60 was, ging voor het eerst naar Barcelona als hij 73 was... Geen wonder dat een duivenmelker altijd een jaar langer leeft: er is nog zoveel te beleven in de duivensport ook als je bij de senioren hoort. Vergrijzing? Nooit van gehoord!

20 jaar Barcelona bij Julien Matthys, Vichte

25 x top 100 (inter)nationaal

9 x top 10 (inter)nationaal

(Van 1961 tot 1969 dubbelt Matthys niet nationaal omdat er in het lokaal in Ieper geen nationale dubbeling was...)

1959: 4181 d. nat. 8, 22 (2/2)

1960: 1980 d. nat. 94, 173
1961: 3578 d. internat. 135, 489
1962: 3000 d. internat. 312, 342, 644
1963: 3599 d. internat. 6, 218, 250, 287, 393, 409, 420
1964: 4500 d. internat. 21, 83, 162, 322, 482, 778, 955
1965: 4036 d. internat. 3, 106, 176, 275, 389
1966: 4343 d. internat. 2, 5, 109, 248, 580,, 775, 1045
1967: 4872 d. internat. 12, 48, 349, 530, 575, 628, 810, 843, 959, 1027
1968: 5348 d. internat. 106, 127, 230, 260, 284, 453, 602 (prov. 1 en 3)
1969: 8217 d. internat. 6, 10, 28, 58, 280, 1212
1970: totaal verkocht
1974: 5901 d. nat. 306, 401, 517, 711
1975: 4855 d. nat. 15, 215, 744, 760, 855, 1011
1976: 5728 d. nat. 100, 366, 417, 441, 687, 709n 797
1977: 5820 d. nat. 64, 282n 430, 443, 642, 687, 945, 946, 961, 1032, 1055
1978: 6147 d. nat. 5, 103, 127, 398, 565, 640, 837, 851
1979: 6602 d. nat. 40, 291, 298, 333, 528, 549, 575, 687, 793, 824, 963, 1999
1980: 6660 d. nat. 60, 71, 73, 146, 151, 163, 164, 580, 942, 952, 1059, 1085, 1134, 1197, 1268, 1311
1981: 6729 d. nat. 7, 841, 111, 225, 259, 281, 317, 455, 843, 869, 913, 919, 1121, 1130, 1183, 1206, 1653
1982: 8351 d. nat. 12

 

 

foto'"s


Oude weverij in Vichte

 


Ansichtkaart van de oude molen in Vichte. De molen stond bij Matthys vlak om de hoek in de Molendreef. Na de oorlog bleef er niet veel meer van heel.

Julien Matthys, de ouderdomsdeken van de Barcelonaspelers.

 

 De Vooruit: in zijn tijd één van de beste van de wereld, zo niet de beste. De intelligentie spat er zo af.

Zijn afstamming: veel Devriendt/Vandevelde/Vander Espt en een vleugje Vincent Mariën en Delbar. Eenmaal Julien Matthys dit recept ontdekte, was er geen houden meer aan.

De Lange Barcelona, 3108131-64, één van de beste Barcelonavliegers aller tijden met:
5 internat. Barcelona 4343 d.(1966)
12 internat. Barcelona 4876 d. (1967)
284 internat. Barcelona 5348 d. (1968)
58 internat. Barcelona 8217 d. (1969).

 

Hits