fbpx

De Kleine Prins

"De Kleine Prins"... het zou de naam van een duif kunnen zijn, hoewel je die met het oog op buitenlandse belangstelling dan beter "The Little Prince" zou noemen. Maar het gaat nu eens niet over duiven, of misschien juist wel...

De Kleine Prins waar wij het hier over hebben is de gekende sprookjesfiguur uit het gelijknamige boek van Antoine de Saint-Exupéry.

 

En voor wie de Franse lessen een beetje vergeten is: Saint-Exupéry - Saint-Ex voor de vrienden - was beroepspiloot en schrijver. In 1944 verdween hij tijdens een militaire verkenningsopdracht boven de Middellandse zee. Pas in 2004 werden wrakstukken van zijn Lightning teruggevonden voor de kust van Marseille. Hij werd slechts 44 jaar oud. Dat belette hem niet om verschillende boeken te schrijven vooral over zijn wedervaren als piloot in de pionierstijd van de luchtvaart.

Piloot worden was voor Saint-Exupéry, die van adellijke komaf was, de vervulling van een jongensdroom. De luchtvaart stond nog in de kinderschoenen en meer dan eens moest Saint-Ex vechten voor zijn leven na motorpech of na met zijn vliegtuig ten prooi te vallen aan natuurgeweld. De vele uren alleen in zijn cockpit gaven hem ruim de tijd om na te denken over het leven, de mens, menselijke kwaliteiten als moed of solidariteit, maar ook de minder fraaie kanten. Zijn boeken getuigen dan ook van een diepmenselijke warmte en wijsheid. In het bijzonder De Kleine Prins - een sprookje voor grote mensen - bevat een schat aan zeer toegankelijke en opbeurende levenswijsheid.

De Kleine Prins, die eigenlijk van een andere planeet komt, dwaalt rond op aarde op zoek naar vriendschap. "Moeilijk te vinden bij de mensen" is de boodschap van de auteur, want mensen zijn teveel bezig met zichzelf, met uiterlijkheden en met cijfers. Aan de rand van de woestijn leert de Kleine Prins een vos kennen. Misschien kan hij wel vriendschap aanknopen met die vos. De vos vertelt hem wijze dingen over vriendschap en over geduld en over rituelen... Je hebt niet veel verbeelding nodig om de boodschap van de vos toe te passen op de duiven.

De tekst is zo toepasselijk, dat we hem ongewijzigd (in eigen vertaling) overnemen...

Aan de rand van de woestijn ontmoet de Kleine Prins een vos.

"Dag" zegt de vos.

"Dag" antwoordt de Kleine Prins beleefd, zonder eigenlijk te zien wie hem aanspreekt.

"Ik zit hier" herneemt de vos vanuit zijn schuilplaats onder een appelboom.

"Wie ben jij?" vraagt de Prins.

"Ik ben een vos" antwoordt de vos.

"Kom met me spelen," stelt de Kleine Prins voor, "ik ben een beetje triestig".

"Ik kan niet met je spelen" zegt de vos, "ik ben niet eens tam gemaakt."

"Oh sorry, maar wat bedoel je met tam maken?" vraagt de Kleine Prins.

"Dat is iets wat al te vaak vergeten wordt," zegt de vos, "het betekent een band scheppen. Kijk voor mij ben jij een doodgewone jongen, zoals er wel honderdduizend zijn. Ik heb jou niet nodig en jij hebt mij niet nodig. Ik ben voor jou maar een doodgewone vos. Maar als je mij tam maakt, dan word jij voor mij uniek op de wereld en word ik voor jou uniek op de wereld..."

"Ik begin het te begrijpen"  denkt de Kleine Prins luidop.

Na een poos vraagt de vos: "Asjeblief, wil je mij tam maken?"

"Ik wil wel", zegt de Kleine Prins, "maar ik heb niet echt veel tijd! Ik zou heel veel vrienden willen leren kennen."

"Zo werkt dat niet" antwoordt de vos, "je kent enkel dat waarmee je een band creëert. En vrienden kun je ook niet kopen. Als je een vriend wil, maak mij dan tam."

"Wat moet ik daarvoor doen?" vraagt de Kleine Prins.

"Je moet heel geduldig zijn" antwoordt de vos. "Eerst blijf je ver genoeg uit de buurt en dan mag je elke dag iets dichterbij komen zitten."

De volgende dag komt de Kleine Prins inderdaad terug.

"Je was beter op hetzelfde uur gekomen," merkt de vos op. "Als je elke dag op hetzelfde uur komt, dan weet ik wanneer ik mijn hart moet klaarmaken om je te verwelkomen. Het is beter als er bepaalde rituelen zijn."

"Wat is een ritueel?" wil de Kleine Prins weten.

"Dat zijn vaste gewoontes. Dan weet je beter waaraan je het hebt" antwoordt de vos.

...

En zo gaat het verhaal verder. Ze worden inderdaad vrienden en wanneer de Kleine Prins terugkeert naar zijn kleine planeet, neemt hij met pijn in het hart afscheid van de vos, van "zijn" vos...

 

Kun je met dit verhaaltje iets als duivenmelker? In elk geval kan een beetje wijsheid er altijd in... en eens nadenken over vriendschap en het onderhouden van vriendschap is ook mooi meegenomen. Voor wie het boekje nooit las of voor wie het heel lang geleden is, is De Kleine Prins in elk geval een aanrader: fijne poëzie en een hele boel doordenkers.

Voor de duivenmelker zijn er drie interessante thema's te rapen uit het geciteerde uittreksel: tam maken, geduld en rituelen. Over elk zou je een hele uitweiding kunnen maken.

Moet je duiven tam maken? Het verschilt per soort en zelfs per duif, maar van nature zijn duiven meestal niet erg tam, toch niet "tam" in de betekenis van spontaan op je schouder komen zitten of braafjes blijven zitten als je ze wil oppakken. Je kunt duiven wel handtam maken (met veel geduld zoals in het verhaal), maar het is maar zeer de vraag of dit op sportief vlak een meerwaarde brengt. Tamme duiven komen daarom niet beter of sneller naar huis. Misschien lopen ze zelfs wel sneller op een vreemd hok binnen omdat ze hun natuurlijke argwaan voor mensen verleerd zijn... Zeker is ook dat je nóg langer wakker ligt van tamme duiven die achter blijven.

Tam maken kun je echter ook begrijpen - en zo staat het in het verhaal - als "een band creëren met" of "eigen maken". En dat kan zeker geen kwaad. Duiven moeten hun baas vertrouwen. Als je je moet verstoppen om ze binnen te krijgen, ben je wellicht niet goed bezig... Maar echt "handtam maken", we geloven niet dat het een waarborg is voor beter presteren.

Ook over rituelen zijn de meningen verdeeld... Er zijn kampioenen die leven op de klok, maar er zijn er even zoveel die hun duiven "soepel" behandelen, voor wie het op geen vijf minuten komt en die er niet om malen om een training over te slaan of uit te stellen als de omstandigheden niet gunstig zijn of gewoon als ze wat anders te doen hebben. Al te extreem mag je die souplesse evenwel niet doordrijven, want zoals het in het verhaal staat: duiven willen ook een beetje "weten waaraan ze het hebben". Als je ze binnenroept willen ze weten wat hun te wachten staat: krijgen ze eten, krijgen ze snoep of krijgen ze helemaal niets? Ligt het eten in hun bak of kom je nog langs of wordt het op de kin kloppen? Duiven die dat niet weten, zullen zich ook onvoorspelbaar gedragen... dat zou je toch zelf ook doen.

En dan thema drie: geduld... Wellicht de grootste deugd van de duivenmelker. En dan gaat het natuurlijk over meer dan het geduldig wachten op de duiven die niet los gaan...

 

 

Michel Bommerez